Burgemeester Marcel Hendrickx van Turnhout wil de spoorverbinding Bels Lijntje tussen Tilburg en Turnhout nieuw leven inblazen. De spoorweg over de grens moet het isolement van Turnhout mee helpen doorbreken. Hendrickx brengt zijn plan naar voren bij twee jubilea die zijn stad dit weekeinde viert: de opening van het kanaal 150 jaar geleden en de opening van het station een eeuw geleden.
Door Paul Spapens
Turnhout, de Vlaamse buurstad van Tilburg en Breda, viert vandaag en morgen twee historische feiten: het graven van het kanaal anderhalve eeuw geleden en de bouw van een nieuw station, honderd jaar geleden. Reden om wat activiteiten op touw te zetten, maar burgemeester Marcel Hendrickx grijpt beide lustra in de eerste plaats aan voor iets heel anders. Hij wil dat de ‘hoofdstad van de Kempen’ onderhand eens betere verbindingen krijgt met de rest van België en met Nederland, meer in het bijzonder met Tilburg. Een van de pijlen op zijn boog is het nieuw leven inblazen van de spoorverbinding Bels Lijntje tussen Tilburg en Turnhout.
Het voormalige spoorwegtraject is tegenwoordig een toeristisch fietspad. Deze opname is genomen tussen Riel en Alphen op 20-08-1998. |
Over het tracé van deze in 1867 geopende spoorverbinding loopt sinds 1990 een grensoverschrijdend, met Europese subsidie aangelegd fietspad. De toeristen, de subsidiegevers, de Nederlandse Spoorwegen en wie al niet meer zullen Hendrickx aan zien komen met zijn idee het fietspad op te heffen en er weer een trein over te laten rijden. Toch meent de burgemeester van Turnhout het zeer serieus. „Natuurlijk zou er een alternatief fietspad moeten komen, maar het Bels Lijntje gaan we zeker aankaarten in Tilburg. Wij zouden het Bels Lijntje als spoorweg wel terug willen”, aldus Hendrickx.
Geïsoleerd
De ideeën van Hendrickx over het Bels Lijntje komen voort uit de steeds grotere zorgen die men zich op het stadhuis aan de Grote Markt maakt over de geïsoleerde ligging van Turnhout. In feite is dat nooit anders geweest sinds België en Nederland vanaf 1830 in een zeer moeilijke scheiding kwamen te liggen. Door de grens tussen beide landen raakte Turnhout los van een deel van zijn natuurlijke achterland aan de Nederlandse kant. Tegelijk kwam het in de periferie van België te liggen. „Turnhout is een beetje een achtergebleven gebied en dat was het 150 jaar geleden ook al”, zegt historicus Joris Segers uit Oud-Turnhout.
Hij heeft in verband met beide jubilea op verzoek van het Turnhoutse stadsbestuur onderzoek gedaan naar de ontstaansgeschiedenis van het kanaal Dessel-Turnhout-Schoten, van de eerste trein die in 1855 Turnhout binnenliep en van het nieuwe station dat in de zomer van 1896 werd ingehuldigd. Wat bij dat laatste zoal te pas kwam, kon gewoon niet Vlaamser: een wielerwedstrijd en een processie. De Turnhouters genoten met volle teugen. Weer waren ze wat verder opgestoten in de vaart der volkeren, een proces dat met het in gebruik nemen van het kanaal in 1846 was begonnen. De Kempen, zei burgemeester Dierckx bij die gelegenheid, was als Siberië. Erger nog, het was als Siberië in het midden van een woestijn.
Geschenk uit de hemel
Zó sterk zal Hendrickx het niet meer zeggen, omdat de Turnhouter als alle andere Belgen over voldoende mogelijkheden (auto, geld) beschikt om uit te vliegen. Maar voor Hendrickx komen de verjaardagen als een geschenk uit de hemel „om de aandacht van overheid en beslissingscentra te vestigen op de trieste toestand van de verbindingen”. Nadat de burgemeester de door Segers bij elkaar gezochte historische gegevens op zich in heeft laten werken, stelt hij vast: „Nooit voordien zal beter de spreuk ‘De geschiedenis herhaalt zich’ gebruikt kunnen worden als hier. Nog steeds ligt Turnhout in een uithoek van het land en stellen we vast dat de klok zeer dikwijls is stilgevallen en Turnhout een ergerlijke achterstand heeft.”
‘De geschiedenis herhaalt zich’ slaat op de frappante parallellen tussen de situatie in Turnhout en de Kempen na de Belgische onafhankelijkheid in 1830 en de omstandigheden nu. Door de geïsoleerde ligging wilde er niemand investeren. Handel en nijverheid kwamen pas tot bloei door de aanleg van het kanaal, van het spoor en van de ‘steenweg’ naar Tilburg in 1844. Door het kanaal ontstonden tientallen steenfabrieken. Een van de eerste dynamietfabrieken ter wereld werd in 1872 door een Franse firma in Arendonk gesticht. De verworvenheden brachten overigens ook ellende. Het eerste jaar verdronken al twee Turnhouters in het kanaal. Dijkbreuken bedreigden de stad in 1866. De trein zette in 1911 de Kempen letterlijk in vuur en vlam toen als gevolg van vonken duizend ha heide werden verwoest.
Terug bij af
In zekere zin is Turnhout weer terug bij af, zo blijkt uit de door Hendrickx geschetste situatie. Het enige positieve dat hij van de huidige verbindingen kan zeggen, is de ligging aan de E-34, beter bekend als de fraaie en in verhouding weinig gebruikte autoweg Eindhoven-Antwerpen. „Met de overige wegen is het zeer droevig gesteld”, aldus Hendrickx. „Turnhout heeft verder geen fatsoenlijke verbindingen over de weg. De verbinding met Breda over Hoogstraten is nog de meest redelijke. De weg naar Tilburg is hopeloos achterhaald. Deze weg is voor ons belangrijker omdat Tilburg en Turnhout dichter bij elkaar liggen.”
Samen met Tilburg en andere gemeenten uit de onmiddellijke regio aan beide zijden van de grens ijvert Turnhout al enige jaren voor een nieuwe of in ieder geval betere wegverbinding met Midden-Brabant. Evenmin als de weg naar Tilburg is het kanaal ooit aangepast aan de economische noden van de tijd. Het heeft te weinig diepte en het is niet veel breder dan een riviertje als de Dommel. Het wordt bijna niet meer gebruikt. Sommigen zien de toekomst in een toeristische en recreatieve functie. Het jaagpad is nu al een schitterend fietspad, onder Nederlanders nog weinig bekend. Hendrickx is blij met de nieuwe mogelijkheden voor het kanaal, maar hij maakt zich ook sterk voor een opwaardering als transportweg, als alternatief voor de ook in België overvolle autowegen.
Spoorverbinding
De meeste energie, althans op korte termijn, wil Turnhout steken in het verbeteren van de abominabele spoorverbinding. De stad telt 38.149 inwoners. Het ‘stedelijk’ gebied bestaat verder uit de gemeenten Oud-Turnhout, Vosselaar en Beerse, met samen een kleine 40.000 inwoners. Zij en nog eens 40.000 mensen in de omgeving moeten via Turnhout naar elders treinen. Dat is geen sinecure. Op het in verband met het honderdjarig bestaan fraai gerestaureerde stationnetje stopt slechts één keer per uur een trein van de lijn Mechelen-Gent-Poperinge in de afgelegen Vlaamse westhoek. „Deze lijn”, zegt Hendrickx droogjes, „is alleen interessant voor studenten die in Gent studeren.”
Voor alle andere bestemmingen moet een Turnhouter of iemand uit de regio overstappen. Turnhout heeft geen rechtstreekse treinverbinding met Brussel, de hoofdstad van België en van Europa. Alle andere stedelijke gebieden in Vlaanderen hebben dat wel. Turnhout heeft evenmin een rechtstreekse verbinding met Antwerpen. Een Turnhoutse treinreiziger is anderhalf uur onderweg om in de provinciehoofdstad te komen. Dat is veel langer dan een Tilburger en helemaal een Bredanaar er met de auto over doet. Het station van Turnhout is een eindstation sinds het Bels Lijntje in 1973 buiten gebruik werd gesteld. Hendrickx: „Turnhout kan de Moderne Industriestad Tilburg per spoor niet bereiken, wel met de lijnbus, maar dan in vijftig minuten. Vanuit Turnhout is Breda noch de industriële regio Eindhoven-Helmond met het openbaar vervoer bereikbaar.”
Mentaliteit
In verband met de feestelijkheden rond het eeuwfeest van het station is de directeur-generaal van de Belgische spoorwegen (NMBS) in Turnhout uitgenodigd. Hendrickx vindt het al heel wat dat hij komt. De man krijgt een lijstje met een aantal op korte termijn te realiseren eisen, zoals rechtstreekse verbindingen met Antwerpen, Leuven, de luchthaven Zaventem en Brussel. Op de middellange termijn, in de periode 2000-2005, opteert Turnhout op het opnieuw in gebruik nemen van het Bels Lijntje. Hendrickx: „Zo ontstaat een rechtstreekse verbinding tussen Tilburg en Brussel. Via deze verbinding zijn de Nederlanders uit grote delen van het land zeer snel op de luchthaven Zaventem en in de hoofdstad van Europa. Turnhout is dan niet langer eindstation, maar een spoorwegknooppunt in een zeer belangrijke internationale verbinding.”
De immer optimistische Hendrickx ziet het al helemaal voor zich. Blijft de vraag waarom Turnhout niet veel eerder de alarmtrom heeft geroerd? „De Kempische mentaliteit is er lange tijd een geweest van ja-knikken. Dat moet afgelopen zijn. Dat moet potdorie anders. Het is de hoogste tijd om op alle fronten te gaan vechten voor betere verbindingen. Het is betekenisvol dat in de beginjaren van België de Turnhoutse stadsbestuurders voortdurend op pad waren om Turnhout betere verbindingen te geven: een kanaal, een spoorweg, een weg naar Tilburg. Wij moeten in dezelfde zin een historisch feest een op de toekomst gericht tintje geven.”
150 jaar Kempisch Kanaal en 100 Jaar station Turnhout wordt dit weekeinde gevierd met een tentoonstelling en ‘animaties’. Een greep uit het programma. De expositie Vaart en Statie in cultureel centrum De Warande geeft een mooi historisch overzicht. In de kanaalhaven Nieuwe Kaai liggen onder meer historische boten en bijzondere vaartuigen als een boot waarmee autowrakken uit het Albertkanaal worden gehaald. In kanaalhaven Oude Kaai is een artiestenboot afgemeerd. Daarop treden vanavond (evenals gisteravond) muziekgroepen op. Bij het station is vandaag en morgen materiaal van de Belgische spoorwegen te bezichtigen. Tussen het station en de kanaalhavens rijdt een pendelbus.
Bron: Brabants Dagblad, 7 september 1996
|